Aan de keukentafel bij Annie Maas

20-07-2015

Annie Maas (59) hoeft in Den Dungen nauwelijks nog introductie. De lijst met organisaties waarvoor zij als vrijwilliger actief is, is eindeloos. Voorzitter van het Oranjecomité Den Dungen, mede-organisator van de Sinterklaasintocht, bestuurslid van buurtvereniging 't Groene Woud (1994-2000), lid van Carnavalsclub Ut Moes Mar Us, secretaris van sportclub "Naar Hartelust" en lid van de optochtcommissie van de Krabberdonkse Koepel. De laatste maanden is Annie druk met de voorbereiding voor de feestelijke opening van het nieuwe gildehuis van het Gilde Sint Catherina aan de Paterstraat. Op zondag 13 september om 14.00 uur is de officiële opening. Een gesprek over leiderschap, vrijwilligerswerk en maatschappelijke betrokkenheid.

door Bart Coolen

Hoe staat het met de verbouwing van het Gildehuis?
De verbouwing is inmiddels afgerond. De opening was aan het begin van het jaar gepland, maar we wilden alle tijd nemen om echt goed ingeburgerd te raken in ons nieuwe onderkomen. We hebben al een paar groepen ontvangen: familie of verenigingen die een uitje hebben. Wij verhuren dan onze locatie en zorgen voor koffie, thee en een drankje. We verzorgen spelletjes zoals jeu de boules en verzorgen schietactiviteiten tegen aantrekkelijk prijzen. We draaien zonder subsidie en moeten het juist van dit soort activiteiten hebben om ons gebouw te onderhouden. Tijdens onze officiële opening nodigen we heel Den Dungen uit voor een bezoek aan het Gildehuis. We organiseren een tentoonstelling over de geschiedenis van het gilde en geven een demonstratie vendelen. Burgemeester Pommer zal ook aanwezig zijn. Hij is een soort eregildebroeder van alle vijf gildes in Sint-Michielsgestel. Het is geweldig hoe betrokken de burgemeester is.

Hoe ben je bij het Gilde terecht gekomen?
Ik ben bij het Gilde gekomen via mijn man Henk. De gezellige en ontspannen sfeer sprak me direct aan. Lekker buiten zitten, tussendoor wat schieten, heerlijk! In de huidige maatschappij is het fijn om een ontspannen hobby te hebben. Je bent met elkaar bezig zonder dat er stress is. Henk is altijd geïnteresseerd geweest in geschiedenis. Daarnaast hield hij van schieten. Je kon geen kermis voorbij gaan of Henk wilde naar de schiettent. Dat ben ik ook leuk gaan vinden. In 1995 hebben we een jubileumviering van het Gilde meegemaakt. Wij woonden toen in Schaijk. Dat was het moment waarop het bij Henk begon te kriebelen. Henk werd lid van het Gilde en in 1999 ben ik er ook bij gegaan. Een jaar later zat ik in het bestuur. Eigenlijk direct na mijn aspirantenjaar. Ze zeiden dat ik maar in het bestuur moest komen want er kon niemand anders met een computer overweg. 
De eerste klus was het organiseren van een kleine gildedag. In die tijd werd ons vaste onderkomen, café de Veer, verkocht. Het hele Gilde stond in één klap op straat. We moesten dus op zoek naar een nieuw onderkomen. We zijn naar de toenmalige burgemeester Schinck gestapt met de vraag of er ergens in Den Dungen een lapje grond beschikbaar was. De burgemeester reageerde heel positief en zette zijn ambtenaren aan het werk. Maar helaas gooie de bureaucratie met alle regelgeving roet in het eten. We hebben toen vier units gekocht, compleet uitgerust met keukentje. Het was de bedoeling dat dat ons nieuwe gildehuis zou worden, maar in werkelijkheid hebben ze 3 jaar staan te verpieteren. Mensen zagen ons rijden en vroegen of we ze naar de stort gingen brengen... Later in gesprek in met Pommer kregen we het laatste zetje dat we nodig hadden.

Hoe zit het met de vrouwenparticipatie in het Gilde?
Het Gilde Sint Catherina is een heel vooruitstrevend gilde. Altijd al geweest. Er zijn al dertig jaar vrouwen lid van het gilde. Dat past ook bij het sociale karakter van onze vereniging. Je ziet nu dat steeds meer gildes beseffen dat het voor veel echtparen aantrekkelijker is als ze allebei lid kunnen zijn. Aan de andere kant zijn ze in Den Dungen ook heel nuchter. Je moet als vrouw geen fratsen hebben. Als je gewoon normaal doet is het goed. Ik heb dezelfde rechten en plichten als mijn Gildebroeders. Ik ben een schutter en span zelf mijn boog. Daarbij wil ik er niet uitzien als huppeltrutje in een flauwe jurk. Bij gildes wordt de kleding wordt gekozen naar functie: trambour, vendelier, vaandrig, schutter of zilverdrager. Daarin wordt geen onderscheid gemaakt tussen man of vrouw.


En hoe gaat het met de jeugd?
Wij hebben nu vijf jeugdleden tussen de 12 en 16 jaar. Het is belangrijk dat gildes mee gaan met de tijd. Je ziet dat veel gildes verouderen. Wij zijn al een aantal jaar met bezig om jeugd bij het gilde te betrekken. Het is de kunst om te veranderen, zonder de gildetradities los te laten. Je moet inspelen op veranderingen in de maatschappij en luisteren naar wensen van de jeugd. In het echt laserschieten is toch veel leuker dan schieten op een computer? Bovendien heb je met een computer niet het gevoel dat je ergens bij hoort. Een gezamenlijke vendelgroet is heel mooi. De jeugd voelt dat ook.


Wat doe je precies bij het Gilde Sint Catherina?
Ik ben deken-schrijver. Vergelijk het met de functie van secretaris in een gewone vereniging. Voor het gilde voer ik de correspondentie en doe de PR en communicatie. Eigenlijk ben ik een soort regelnicht, haha! Mijn taak bestaat er vooral uit om mensen aan te zwengelen. Ik heb ooit een soort communicatietraining gehad waarbij gebruik werd gemaakt van paarden. Aan het einde van de dag bleek dat ik zowel de functie van leider in me heb, maar ook als volger. Als er een leider is, dan volg ik die. Als er geen leider is dan pak ik die rol. Soms geef ik ook bewust iemand de leiding. Dat is delegeren en dat kan ik. Dat gaan we binnen Gilde ook steeds meer doen: de catering bij Piet, de kleding bij Jeanne enzovoort. Zo verdelen we de verschillende taken.


Heb je nog tijd voor een baan naast al die activiteiten?
Ja! Ik heb een geweldige baan bij Catharinahof in Grave, een zorgcentrum dat onderdeel is van BrabantZorg. Daar werk ik 24 uur per week als ondersteuner voor managers. Het is een hele leuke baan en erg afwisselend. Ik ben bezig met het organiseren van allerlei dingen, het oplossen van problemen, adviseren van managers en voeren van de administratie. Ik werk daar al 31 jaar in heel veel verschillende functies. Het is dus nooit saai. De mentaliteit van mensen in de zorg is heel anders dan mensen met een baan van acht tot vijf uur. Het verantwoordelijkheidsgevoel en de betrokkenheid bij het werk is vaak groter. De mensen in de zorg zijn heel erg betrokken bij hun werk. Dat ben ik ook, al werk ik niet direct als verzorgdende maar als ondersteuner. 
Hetzelfde verantwoordelijkheidsgevoel komt terug bij het organiseren en regelen van dingen voor de gemeenschap van Den Dungen. Vijftig jaar geleden werden er lang niet zoveel subsidies verstrekt. Het is een trent geworden om alles aan de overheid over te laten. Maar waar is het gezin en de gemeenschap zelf? Hier in Den Dungen is de hulp van buren nog heel goed. Dat moeten we zo zien vast te houden. Maar op veel plekken elders is die hulp en de zelfredzaamheid een heel stuk minder. Iedereen heeft het druk. Naar elkaar luisteren, samen dingen oplossen is afgenomen. Nu wordt de participatiemaatschappij gepromoot. Ik hoop dat dat ertoe leidt dat mensen weer zelf dingen gaan ondernemen en hun verantwoordelijkheid nemen.


Het wordt nooit teveel voor je?
Nou, ik ben zo'n lekkere bemoeial, dus dan wil je altijd van alles! We hebben twee kinderen en vier kleinkinderen waarvoor ik 10 uur per week oppasoma ben. Dat is geweldig! Als je gezellige dingen aan het organiseren bent, is het eigenlijk nooit teveel. Het geeft het gevoel dat je leeft. Als je veel doet, dan plan je veel beter en werk je efficienter. Ik heb dankzij mijn vrijwilligerswerk een heel groot netwerk. Mensen storten hun hart uit. Het is fijn dat mensen vertrouwen in je hebben. Ik laat mensen in hun waarde. dat vind ik heel belangrijk. Dus als iemand probleem vertelt. dan is die persoon het op een rijtje aan het zetten. Misschien kun je kleine praktische ondersteuning bieden, maar mensen moeten het zelf op kunnen lossen. En ik bof heel erg met mijn man Henk. Ik heb hem vaak erbij gesleurd om mee te helpen. Hij zorgt dat ik vaak mijn handen vrij heb. Als het thuisfront niet meewerkt, kun je niks.